Welcome

Welcome to our English literature blog. Thomas and Toby hope you enjoy your stay here and they'll be looking forward to hear your opinion on the various literature works discussed here at this blog. Feel free to look around and leave a comment.

Oh yeah,
We will be updating soon.


T&T


zaterdag 20 oktober 2007

Boekverslag The Lion The Witch and the Wardrobe

The Lion, The Witch and the Wardrobe
By C.S. Lewis

1. Beschrijvingsopdracht
-a. Titelbeschrijving
C.S. Lewis, The lion, the witch and the wardrobe, London1980 (eerste druk)

-b. Motivatie boekkeuze
Voordat ik begon aan deze opdracht had ik nog geen enkel idee over welk boek een boekverslag zou schrijven. Na in de bibliotheek dus willekeurig wat boeken doorgebladerd te hebben kwam ik The lion, the witch and the wardrobe tegen. Ik las de achterkant en was eigenlijk meteen verkocht. Het feit dat het een fantasie verhaal is sprak mij heel erg aan.

-c. Korte weergave van de inhoud
Vier kinderen, Peter, Susan, Edmund en Lucy, worden door hun ouders vanwege de oorlog naar het platteland gestuurd. Ze verblijven daar in gigantisch huis van een hele aardige professor. De dag na hun aankomst willen de kinderen naar buiten gaan, maar het regent. Ze besluiten dan maar om het huis te verkennen. Tijdens hun ontdekkingstocht komen ze in een kamer aan waar enkel een kleerkast in staat. Niet erg interessant, dus ze gaan weer naar buiten, behalve Lucy. Zij kijkt nog even of de kast open kan. Ze krijgt hem open en ziet dat er allemaal bontjassen in hangen. Ze stapt de kast in en probeert zo ver mogelijk de kast in te kruipen. Opeens merkt ze op dat ze niet meer tussen bontjassen, maar tussen bomen staat. Ze is in een besneeuwd bos terecht gekomen. Een eindje verderop ziet Lucy een lantaarn branden. Ze loopt er naartoe en ziet daar een raar wezen lopen. Het is een Faun.
De Faun schrikt wanneer hij Lucy ziet. Na elkaar ontmoet te hebben nodigt hij haar uit om wat bij hem te komen eten. Tijdens het eten vertelt de Faun, genaamd Tumnus, dat het vroeger allemaal veel beter was in Narnia, het land waar Lucy terecht was gekomen. Opeens begint Tumnus te huilen. Hij vertelt dat hij in dienst is van the White Witch. Zij heeft ervoor gezorgd dat het in Narnia altijd winter is, zonder een kerstfeest. Tumnus wilde, in opdracht van de White Witch, Lucy eigenlijk ontvoeren, maar hij kan het niet. Hij brengt Lucy terug naar de lantaarnpaal, waarna Lucy weer terugkeert naar de ‘gewone’ wereld.
Als ze weer terug in de lege kamer is, rent ze naar de anderen toe. Maar zij geloven Lucy niet. Voor hen is er nog geen minuut voorbij gegaan, terwijl Lucy uren in Narnia geweest is. De volgende dagen is Lucy erg ongelukkig en rest blijft haar maar pesten met haar verhaal. Op een dag gaan de kinderen verstoppertje spelen. Lucy duikt de kleerkast in. Edmund ziet haar en besluit haar te volgen. Opeens merkt ook Edmund dat hij niet meer in de kleerkast is. Hij gaat op zoek naar Lucy, maar voordat hij dat kan gaan doen komt er een arrenslee aan. In de slee zit een bleke vrouw met witte kleding aan.
De slee stopt bij Edmund. De vrouw zegt dat ze de Koningin van Narnia is. Ze vraagt of Edmund een Zoon van Adam is. Edmund knikt en krijgt lekkere dingen van de Koningin van Narnia (the White Witch. Edmund vertelt dat hij nog een broer en twee zussen heeft. De Koningin verteld hem dat als hij hen de volgende keer meeneemt naar haar kasteel, hij nog meer lekkers zal krijgen en hij hem koning van Narnia zal maken. Op weg naar de kleerkast komt Edmund Lucy tegen. Zij is weer bij Tumnus geweest en verteld Edmund nare dingen over the White Witch. Edmund voelt zich hier niet gemakkelijk bij, maar besluit toch niks te zeggen, omdat hij zo graag weer dat lekkers van de Koningin wil eten.
Als ze weer terug zijn bij de andere verteld Lucy dat Edmund er nou ook geweest is, maar hij doet net of Lucy gek is en blijft haar pesten. Peter wordt boos op Edmund en gaat samen met Susan naar de professor. Deze zegt dat Lucy best gelijk kan hebben. Dan besluiten ook Peter en Susan om eens een kijkje te nemen in de kleerkast en opeens zijn ze met z’n allen in Narnia. Het is koud, dus besluiten ze de jassen uit de kast aan te doen.
In Narnia besluiten ze om naarr Tumnus te gaan. Zijn huisje is echter helemaal vernield. Dit was Maugrims werk, een wolf in dienst van de Koningin. Ze zien een roodborstje, die hen ergens naartoe wil leiden. Opeens raken zee het vogeltje kwijt en zien ze een bever, die gebaart dat ze moeten komen.
Ze gaan naar hem toe. Hij verteld dat Tumnus hem heeft gewaarschuwd voor hij gevangen werd genomen. Hij zegt ook dat Aslan waarschijnlijk in de buurt is. De kinderen gaan mee naar het huisje van de bever waar ze wat eten. Dan vertelt mr. bever wat over Narnia.
Aslan is de Koning van Narnia. Als hij weer terugkeert zal the White Witch verdreven worden. Om te helpen moeten de kinderen naar de Stenen Tafel komen, waar ze Aslan zullen ontmoeten. Er is een spreuk, dat als twee Zonen van Adam en twee Dochters van Eva op de tronen in Cair Paravel zullen zitten, het kwaad voorgoed uit Narnina zal verdwijnen. De Koningin is ook bekend met deze spreuk en zal er daarom alles aan doen om de kinderen te doden.
Opeens merken de kinderen dat Edmund verdwenen is. Mr. Bever denkt dat hij naar the White Witch is, om te vertellen dat hij zijn broer en zussen heeft meegenomen. Ze zullen dus vlug naar de Stenen Tafel moeten gaan. Aslan is de enige die Edmund zou kunnen redden van the White Witch.
In de tussentijd is Edmund onderweg naar de Koningin. Hij loopt de tuin in en ziet daar allemaal stenen beelden staan. Als hij de Koningin ontmoet is zij boos op hem, omdat hij zijn broer en zussen niet heeft meegenomen. Als ze hoort dat ze naar de Stenen Tafel gaan om Aslan te ontmoeten laat ze onmiddellijk een slee klaarzetten en vertrekt ze met Edmund en een dwerg naar die Stenen Tafel. Edmund had een warmer onthaal verwacht en begint spijt van zijn daad te krijgen.
De andere drie kinderen en meneer en mevrouw Bever zijn op weg naar de Stenen Tafel. Het is een lange weg en die nacht slapen ze in een hol aan de kant van de weg. Die ochtend horen ze een arrenslee aankomen. Gelukkig is het niet de slee van de Koningin. Het blijkt de Kerstman te zijn. Hij deelt cadeaus uit: Peter krijgt een zwaard, Susan een pijl en boog en een hoorn en Lucy krijgt een dolk en een flesje met een genezend drankje. Deze spullen zullen goed van pas komen.
Edmund en de Tovenares hebben de hele nacht doorgereden op weg naar de Stenen Tafel. Edmund ziet dat de kracht van the Withe Witch begint af te nemen. De sneeuw begint te smelten en er zijn zowaar dieren kerstfeest aan het vieren. Na een tijd is er zelfs zo weinig van de sneeuw over, dat ze verder moeten lopen.
De sneeuw is nu echt verdwenen en overal laten tekenen van de lente zich zien. Na een lange tocht komen de kinderen en de bevers dan aan bij de Stenen Tafel. Boven op de heuvel ontmoeten de machtige Aslan, omringd door verschillende dieren en wezens. De kinderen vragen hem of hij Edmund kan redden. Aslan neemt Peter even apart. Hij laat hem Cair Paravel zien, maar dan wordt Susan opeens aangevallen door een wolf. Peter vecht met de wolf en maakt hen dood. Er was nog een tweede wolf die snel wegvlucht. Aslan beveelt zijn aanhang erachter aan te gaan, waarna hij Peter tot ridder slaat, voor zijn dappere optreden.
De tweede wolf is bij the White Witch aangekomen. Als ze hoort dat de anderen al bij Aslan zijn, wil ze Edmund doden, maar hij wordt gered door Aslans troepen. De Koningin en de dwerg verstoppen zich en weten te ontkomen. Edmund wordt terug gebracht naar de anderen.
Ze zijn niet kwaad op hem. Dan komt er dwerg aan, die zegt dat de Koningin met Aslan wil praten. Aslan stemt hierop in. De Koningin zegt dat er een verrader is. Ze bedoelt natuurlijk Edmund. En er is een Verborgen Kracht, die zegt dat elke verrader gedood moet worden. De Tovenares moet bloed hebben, anders zal Narnia vernietigd worden. Aslan praat onder vier ogen met de Tovenares. Daarna zegt hij tegen de kinderen en de rest dat Edmund niet gedood zal worden. Ze gaan weg bij de Stenen Tafel, naar de Doorwaadbare Plaats van Beruna. Aslan ziet er heel verdrietig uit. Iedereen wordt er verdrietig van.
Die nacht kunnen de meisjes niet slapen. Er is iets met Aslan. Ze gaan naar buiten en zien hem weglopen. Ze volgen hem. Hij komt bij de Stenen Tafel an waar een hele menigte slechte wezens op hem wacht. Ze binden Aslan vast en knippen zijn manen af. Ze vernederen hem en tenslotte doodt de Koningin hem. De meisjes zijn vreselijk verdrietig en huilen.
De hele menigte vertrekt en Susan en Lucy gaan naar Aslan toe. Een aantal muizen knagen de touwen door. De meiden kunnen het niet aanzien, maar opeens horen ze een gekraak. De Stenen Tafel is door midden gebroken en Aslan is weg! Plotseling staat Aslan levend en wel achter hen.
De meiden vragen zich af hoe dit heeft kunnen gebeuren. Aslan verteld ze dat er een kracht is, waarin staat dat als iemand zich opoffert voor een verrader, hij weer levend zal worden. Ze zijn allemaal heel blij en gaan met zijn drieën naar het kasteel van de Koningin. In de tuin aangekomen zien ze de standbeelden staan.
Aslan maakt de door de Koningin tot beelden gemaakte levens weer levend. Met zijn allen gaan ze opweg naar de Koningin die in gevecht is met Peter en Aslan’s aanhang. Ze komen net op tijd aan en iedereen gooit zich in de strijd. Aslan weet de Koningin te doden. Het gevecht is hiermee over. Peter vertelt dat Edmund erg dapper was en de toverstaf van de Koningin heeft kunnen breken, waardoor ze haar kracht niet meer heeft kunnen gebruiken. Lucy help alle gewonden er met haar drankje weer bovenop en Aslan maakt iedereen die in een beeld is omgetoverd weer levend.
Met zijn allen gaan ze naar Cair Paravel en daar worden de kinderen tot Koningen en Koninginnen gekroond. Aslan gaat weer weg uit Narnia en de daarop volgende jaren laten de kinderen zien goede leiders te zijn. Op een dag komen ze midden in een bos een lantaarnpaal tegen. Als ze verder lopen komen ze weer terecht in de kleerkast. Terug in de gewone wereld blijkt er geen tijd verstreken te zijn. Ze zullen zeker nog een keer teruggaan naar Narnia want: “Eens Koning of Koningin in Narnia, altijd een Koning of Koningin in Narnia!”.


2. Beschrijvingsopdracht

Beste Peter, Susan, Edmund en Lucy,

Om te beginnen zijn jullie allen erg dappere kinderen. Peter je gedraagt je duidelijk als de oudste en beschermt de andere goed. Je grijpt goed in als je zus wordt aangevallen door een wolf en houd je goed staande in het gevecht met de Koningin. Uiteindelijk blijk je ook een goed Koning van Narnia te zijn.
Susan je lijkt heel veel op Peter. Als de twee oudste nemen jullie goede beslissingen en je denkt goed na voordat je iets doet.
Edmund, het was niet slim om naar de Koningin te gaan. Je hebt hierbij niet alleen je eigen leven, maar ook dat van je broer en zussen op het spel gezet. Gelukkig zie je zelf ook in dat je fout bent en heb je er alles aan gedaan om het goed te maken. Je hebt er zelfs voor gezorgd dat de Koningin haar krachten niet meer kon gebruiken in het gevecht. Je bent echt volwassen geworden. Ik denk dat je ook zelf inziet dat je in het begin je zusje niet had mogen pesten.
Denk voortaan dus eerst goed na voordat je iets doet!
Lucy, je bent de jongste wat soms wel moeilijk is. Het was misschien niet slim om met Tumnus mee te gaan, maar gelukkig is dat goed afgelopen. Niemand wilde je geloven maar laat je vooral niet van de wijs brengen door Edmund. Verder heb je je tijdens het avontuur goed gedragen. Je kwam met goede ideeën en hebt zelfs met je drankje nog verschillende levens gered.
Al met al zijn jullie gedurende het verhaal erg sterk gebleven al heeft Edmund dicht bij de afgrond gestaan. Het goede denkvermogen heeft jullie een heel eind geholpen en zo hebben jullie the With Witch weten te verslaan en Narnia gered!

3.Evaluatie
a. Kort eindoordeel over het boek
Ik kan oprecht zeggen dat ik erg genoten heb van dit boek. Je komt in een fantasie wereld terecht waar de raarste wezens rondlopen, die je toch steeds weer weten te verwondering. Daarbij komt dat ik het een heel spannend verhaal heb gevonden. In je achterhoofd weet je eigenlijk wel dat het allemaal goed gaat aflopen, maar the White Witch heeft toch nog voor heel veel opwinding gezorgd. Als Aslan vermoord wordt je wel even op het verkeerde pad gezet. Ik werd er zelf zelfs nog een beetje droevig van. Maar als hij dan uit de dood opstaat weet je dat hij onoverwinnelijk is en dat geeft een machtig gevoel. Al met al is dit een van de leukste boeken die ik tot nu toe gelezen heb. Elke bladzijde heb ik met verwondering gelezen en voor het eerst kon ik geen genoeg van een boek krijgen.

b. Het uitvoeren van de verdiepingsopdracht vond ik niet zo heel lastig. Daarbij komt dat de personages in dit boek vrij simpel zijn. Peter, Susan en Lucy gedragen zich voorbeeldig, en Edmund gedraagt zich als een typisch ‘jongetje’. Hij pest zijn zusje en denkt niet goed na voordat hij iets doet. Hierdoor zijn de personages vrij doorzichtig, dus heb ik ook niet echt problemen gehad met de verdiepingsopdracht.

c. Iets wat een beetje raar was een deze verdiepingsopdracht is het feit dat je een brief schrijft naar fictieve personages. Ik wist niet zo goed hoe ik moest beginnen, maar ben er uiteindelijk toch uitgekomen.

1 opmerking:

Anoniem zei

Gaaf gemaakt! Ik hoop zelf ook zo een site te maken.
Wat heb je hiervoor gebruikt?
Ik heb thomasentoby.blogspot.com gevonden via Google.

Groetjes,
Debby uit Haarlem